In een verkorte datumnotatie wordt de dag- en maandaanduiding met een cijfer van 01 tot 12 weergegeven. Het jaartal bestaat uit vier cijfers. De notatie wordt gescheiden met een koppelteken.
Als uit de context niet volkomen duidelijk is om welke datum het gaat, heeft het voluit schrijven van de maandnaam de voorkeur. De dag wordt als cijfer genoteerd, de naam van de maand wordt met kleine letters voluit geschreven en het jaartal bestaat uit vier cijfers.
De notatie 12.00 uur heeft de voorkeur. Het scheidingsteken om de uren aan te geven is de punt. Uur kan eventueel afgekort worden tot u. (inclusief punt). De uren lopen daarbij van 0 tot en met 23. Gebruik van een voorloopnul is optioneel.